Transformationeel denken
Vanuit ons denken komt ons handelen voort? Of andersom?
Omgaan met complexe vraagstukken vraagt ook een andere manier van denken. Normaal zijn we gewend ons erg te richten op de inhoud en de resultaten, met name hoe onze doelstellingen gerealiseerd te krijgen. Dan geraken we al snel in transactionele domeinen die te maken hebben met controle, aanpassingen, belonen en straffen, de organisatie als machine zien met uitwisselbare onderdelen. De machine metafoor is niet slecht en heeft een basis in stabiele en voorspelbare omstandigheden of wanneer we te maken hebben met medewerkers die in grote mate behoefte hebben aan structuur en stabiliteit. De machine metafoor verwijst naar de basis van het taaksysteem: in elke organisatie is er een goed georganiseerd proces nodig is, een robuust proces. Maar om tot dit proces te komen en om hiermee om te gaan in onzekere en onvoorspelbare tijden, is transformationeel denken nodig, niet transactioneel wat we in het taakdomein zien.
Welke perspectieven leiden mijn denken?
Een andere invalshoek om het denken te transformeren is stil te staan bij de aannames, waarden en overtuigingen die we bewust en onbewust hanteren. Zelf gebruik ik vaak het model van Richard Barrett betreffende waarden om daarmee de gesprekken een basis te geven.
De grote vraag is wanneer we weten dat onze aannames en overtuigingen niet meer passen? Dat zal dan blijken uit de energie die we moeten steken om aangesloten te blijven aan de omstandigheden en de resultaten. Het begrip resultaten komt hierin niet als een afrekenmechanisme terug maar als een spiegel voor hoe we met elkaar als organisatie of team bezig zijn. Aannames en overtuigingen leiden tot manieren van werken en communiceren: zo doen we dat hier. Deze patronen raken ingesleten. Zonder reflectief vermogen en het vermogen om de patronen aan te passen, geraken we op een doodlopende weg.
In de Icarus Paradox is dit door Danny Miller prachtig beschreven waarin hij aangeeft dat succesvolle bedrijven in hun patroon blijven steken en het succesvolle pad dat ze volgen uiteindelijk de oorzaak is van de neergang. De enige manier om dit te voorkomen is ons bewust te worden welke patronen ons leiden en daar keuzen in te maken.
Hoe diep moet ik gaan?
Argyris, Schein, Wierdsma en anderen leren ons dat we op verschillende niveaus kunnen kijken en laten daarmee de samenhang zien tussen resultaten, gedragingen, regels, principes, overtuigingen en waarden. De vraag in de reflectie is op welk niveau we de aanpassingen moeten inzetten. Hoe dieper we gaan hoe langer en moeizamer het proces zal zijn. Daartegenover staat dat als we aan de oppervlakte blijven en het alleen hebben over het gedrag, de regels en de prikkels die het gedrag op gang brengen, dat we misschien op korte termijn resultaten boeken, maar de neveneffecten op onverwachte plekken terug zullen zien komen. En die leiden dan weer tot aanvullende inspanningen en brandjes. In de afweging gaat het niet over goed of fout, maar wat vinden wij zelf in deze situatie nodig? Voor wie doen we het eigenlijk? Wat mogen de gevolgen zijn over twintig jaar?